“Zuiver mij met majoraan, dan word ik rein, was mij en ik word witter dan sneeuw. Laat mij vreugde en blijdschap horen: U hebt mij gebroken, laat mij ook juichen. Sluit uw ogen voor mijn zonden en doe heel mijn schuld teniet.”
Psalm 51: 9 en 10
Majoraan is een plant die praktisch overal in Israël voorkwam. Hij staat bekend om zijn reinigende vermogen en is ook wel bekend onder de naam hysop. Samen met cederhout en karmozijn werd majoraan gebruikt bij de reiniging van mensen bij wie huidvraat was geconstateerd. In Exodus 12 lezen we dat de Israëlieten een bosje majoraan moesten nemen, dit in bloed drenken en aan de deurposten strijken. Majoraan is daarmee ook een vooruitwijzing naar Jezus, wiens bloed vloeide en in wiens bloed wij gewassen, gereinigd worden van de zonde, van onze hele schuld. Zoek het kruid eens op, ruik eraan en bedenk, dat Jezus bloed ons reinigt van al onze zonden.