“Simon Petrus zei: ‘Ik ga vissen.’ ‘Wij gaan met je mee,’ zeiden de anderen. Ze stapten in de boot, maar de hele nacht vingen ze niets. Toen het al ochtend werd, stond Jezus op de oever. Maar de leerlingen wisten niet dat het Jezus was. Hij riep: ‘Hebben jullie iets te eten, jongens? ‘Nee,’ antwoordden ze.’”
Johannes 21: 3-5
Jezus leeft. Maar nu? Pakken de discipelen de draad van het oude leven weer op, door te gaan vissen? Wat zou de bedoeling zijn? Wat wil God van hen? Ze gaan het meer op maar vangen niets. Teleurstelling. Hard gewerkt en geen resultaat. En dan staat er een man aan de oever, die vraagt: hebben jullie wat te eten, jongens? De discipelen reageren kortaf met “nee”. Ziet die vreemdeling niet, dat hun netten leeg zijn? Hoe reageer jij, als een vreemdeling jou vraagt of je iets te eten hebt, terwijl het duidelijk is, dat je een lege tas hebt?