“Daarna toonde Hij hun zijn handen en zijn voeten. Omdat ze het van vreugde nog niet konden geloven en stomverbaasd waren, vroeg Hij hun: ‘Hebben jullie hier iets te eten?’ Ze gaven Hem een stuk geroosterde vis. Hij nam het aan en at het voor hun ogen op.”
Lukas 24: 40-43
Maar ook nu de Here Jezus Zelf in hun midden staat, zijn de discipelen bang en menen ze een geest te zien (Lucas 24:37). Daar heeft Jezus volgens het evangelie van Marcus wel wat van gezegd. Ze vertrouwden hun ogen en oren niet, schrijft Lucas (Lucas 24:41). De Heer geeft hen dan nog een bewijs en eet voor hun ogen een geroosterde vis op. Een geest kan niet eten. Jezus is geen geest, Hij leeft, laat zijn wonden zien en eet voor hun ogen. Geloof jij, zonder dat je dit met eigen ogen hebt gezien? De Bijbel zegt: gezegend zijn zij, die niet hebben gezien en tóch geloven. Gezegend ben jij, als je gelooft!