4e zondag van Advent
“Haar man Jozef, die een rechtschapen mens was, wilde haar niet in opspraak brengen en dacht erover haar in stilte te verstoten. Toen hij dit overwoog, verscheen hem in een droom een engel van de Heer, die zei: ‘Jozef, zoon van David, wees niet bang je vrouw Maria bij je te nemen, want het kind dat ze draagt is verwekt door de heilige Geest. Ze zal een zoon baren. Geef Hem de naam Jezus, want Hij zal zijn volk bevrijden van hun zonden.’”
Mattheus 1:19-21
Het zal je maar gebeuren dat er ‘s nachts een engel in je droom verschijnt. En de engel spreekt je aan: Jozef, zoon van David. Niet zoon van Jakob (vers 16) maar zoon van David. Dat zet de droom meteen in het juiste perspectief. Dé grote Zoon van David zal als kind via Maria naar deze wereld komen. En de engel vertelt Jozef ook welke naam hij aan dit Kind moet geven: Jezus. Want, zo zegt de engel: Hij zal zijn volk bevrijden van hun zonden. Niet van de Romeinen, zoals veel mensen hoopten. De naam Jezus betekent: de HEER bevrijdt. Nee, niet van de Romeinen of van welke onderdrukker ook. De bevrijding is veel grootser, veel omvattender, oneindig veel rijker: bevrijding van zonde en schuld. Halleluja!








