“Want aan U behoort het koningschap, de macht en de majesteit, in eeuwigheid.”
Mattheus 6: 13
Want aan u behoort het koningschap, de macht en de majesteit, tot in eeuwigheid…..Want. Dit woord luidt een conclusie in. In de slotwoorden van het ónze Vader wordt heel het gebed overzien. En wordt de enige pleitgrond voor dat bidden als een belijdenis voor God omhoog geheven: Want van U is het Koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid’. De lofprijzing is voor God omdat alleen Hij het waard is de eer te ontvangen. Dat alleen Hij zó machtig is, dat Hij de gebeden van Zijn kinderen kan verhoren. Het gebed eindigt juichend: want van U is het koninkrijk!